De Grote Schoolverbouwing
Schoolgebouwen gaan lang mee. Het onderhoud is goed geregeld maar aanpassingen gebeuren vaak ad-hoc waardoor schoolgebouwen langzaamaan dichtslibben. Omdat onderwijs verandert, en nieuwbouw niet altijd mogelijk is, moeten schoolgebouwen structureel verbeterd worden om ze passend te maken voor nieuwe onderwijsideeën.
De meerwaarde van schooltransformaties in het basisonderwijs
De Grote Schoolverbouwing toont aan dat er met goede ingrepen uitstekende mogelijkheden zijn om een oud schoolgebouw aan te passen aan nieuwe onderwijsmethoden. De studie bestaat uit twee delen: het eerste deel presenteert een aantal transformatiestrategieën aan de hand van inspire- rende schoolprojecten uit binnen- en buitenland. De strate- gieën geven aan voor welk type schoolgebouw zij geschikt zijn. Het tweede deel van de studie analyseert drie succesvolle recente schoolverbouwingen op grondige wijze. De analyses gaan nader in op technische vraagstukken zoals de klimaatin- stallaties en de nanciële consequenties van de ingrepen.
Om het eindresultaat te toetsen aan de realiteit zijn interviews gehouden met de gebruikers en betrokkenen over het proces en het dagelijks gebruik.
Nieuwbouw? Het bestaande gebouw is nog lang niet afgeschreven.
Het traditionele klassikale onderwijs is niet verdwenen maar wel steeds meer uitgebreid met andere lesmethoden: groepsgewijs en individueel gericht lesgeven. Hierdoor groeit de vraag naar verschillende soorten onderwijsruimten. Daarnaast doen allerlei maatschappelijke wijkfuncties hun intrede in de school, de overblijfouder, de fysiotherapeut of de diëtiste. Gelijktijdig groeien ook de eisen op het gebied van energiezuinigheid, comfort en binnenklimaat. Al deze tendensen vragen om doordachte renovatieconcepten die veel verder gaan dan de gangbare ad-hoc aanpak. In deze ad-hoc aanpak wordt steeds maar één, vaak technisch, onderdeel vernieuwd zonder naar de grotere context te kijken. Dor de openstapeling van ad-hoc oplossingen verliest het gebouw na verloop van tijd een deel van zijn gebruikskwaliteiten. Een integrale aanpak, gericht op zowel gebruik, duurzaamheid, gezondheid, en uitstraling, kan de levensduur van een bestaand schoolgebouw aanzienlijk verlengen. Arconiko noemt deze insteek de derde weg, een oplossing tussen het meerjarig onderhoud en nieuwbouw. De derde weg is zeer de moeite waard om in vastgoedanalyses structureel mee te nemen.
Ruimtelijke strategieën voor transformatie
Het verbouwen van een gebouw tot eigentijdse leeromgeving kan op diverse manieren. Elk gebouw heeft zijn specifieke waarden en mogelijkheden voor verbetering en elke school heeft zijn eigen visie. Unieke oplossingen lijken een vereiste. Toch zijn er grote overeenkomsten te zien. Het onderzoek toont zeven kansrijke strategieën variërend van kleinschalige toevoegingen die het bestaande gebouw volledig in tact laten tot ingrijpende aanpassingen die het bestaande deel geheel overdekken. In ons onderzoek krijgt elke strategie een herkenbare naam met logo. Zo kenmerkt de Meubelacupuncturist zich door zijn eenvoudige realisatie. Bij deze strategie blijft de school intact en geven meubelstukken een nieuwe identiteit en krijgen verloren plekken een functionele impuls. Ingrijpender is de Chirurg die binnen het bestaande gebouw minutieus te werk gaat en de indeling herschikt. Hij snijdt wanden, trappen en vloeren weg en voegt andere elementen toe voor een nieuw onderwijsprogramma. De Matroesjka leent zich voor gebouwen met meer overmaat, zoals industrie- of kerkgebouwen. Als een Russische pop in een pop groeit de toevoeging in het bestaande gebouw en blijft de buitenkant onaangetast. Bij de meest extreme aanpak van het Verslonden Prooidier oogt het gebouw als nieuwbouw en verdwijnt het oorspronkelijke deel volledig achter een nieuw omhulsel.
Uitblinkende schooltransformaties
Het onderzoek beperkt zich niet tot de beschrijving van de strategieën. Drie strategieën worden verder in de praktijk getest door een diepgaande analyse van een bijzonder voorbeeldproject. Gesprekken met de gebruikers geven inzicht in de waardering van het alledaagse gebruik. Ze zijn dik tevreden met hun gebouw omdat ze meer ruimte hebben gekregen of omdat het gebouw zijn originele details heeft behouden. Nieuwbouw gaat uit van standaard normen en leent zich door de krappe budgetten niet voor afwijkende oplossingen. Een bestaand gebouw heeft meer verborgen kansen die ontdekt moeten worden. Of zoals een directeur van de Nieuwstraat school in Rotterdam het verwoordde: ‘De extra ruimte voelt als een cadeautje.’ In zijn school leenden brede gangen zich uitstekend voor de inrichting van een gedifferentieerd leerlandschap.
Schooldirecteur Brede school Nieuwstraat: ‘Naar schatting hadden we veertig procent aan ruimte in moeten leveren bij nieuwbouw.’
Ook het behoud van de locatie kan een reden zijn het bestaande gebouw te behouden. Zo bleef het schoolgebouw van SBO de Kans gehandhaafd in een rustige, groene omgeving dichtbij het Sloterpark in Amsterdam en heeft de Brede School Nieuwstraat zijn sterlocatie in het centrum van Rotterdam behouden. Het derde voorbeeldproject, de katholieke Daltonschool St. Plechelmus in Hengelo, heeft haar onderwijsvisie vertaald in een leegstaande kerk. Op basis van de Matroesjka strategie is het interieur getransformeerd tot een schoollandschap met gestapelde klaslokalen midden in de kerk. De bakstenen rondbogen en gekleurde raampartijen herinneren nog aan de voormalige kerk.
Schooldirectrice Daltonschool: ‘Welk kind zit in een gebouw op school met glas in lood en biechtstoelen? Dat krijg je niet in strakke nieuwbouw.’
De waarde van hergebruik
Uit de studie van Arconiko blijkt dat bestaande schoolgebouwen meer potenties hebben dan vaak wordt gedacht. Een integraal plan kan leiden tot grote tevredenheid en voelt als nieuw, zoals een docent haar waardering beschreef. In tijden van leegstand en afnemende financiële middelen bij overheden is transformatie een kansrijk alternatief voor nieuwbouw dat vaker serieus genomen moet worden.
De aangereikte strategieën vullen het gat tussen het Meerjarig Onderhouds Plan (MOP) en nieuwbouw en zouden opgenomen moeten worden in elke gereedschapskist van gemeente en schoolbestuurder.
Deze tekst is een ingekorte versie van het artikel in Schooldomein #2 2012. Het onderzoek is mede gefinancierd door het Stimuleringsfonds Creatieve Industrie (voorheen Stimuleringsfonds voor Architectuur). Een samenvatting van het onderzoek is gepubliceerd in Lay-out, een eigen uitgave van het Stimuleringsfonds.
Wilt u meer weten over dit onderzoek? Neem dan contact op met Roswitha Abraham: roswitha@arconiko.nl