Het Rotterdam Central District (RCD), het bruisende gebied rondom het centraal station, heeft zich in de afgelopen jaren bewezen als een van de meest populaire en best bereikbare plekken in de stad. Dankzij zijn strategische ligging is het een trekpleister voor zowel bewoners als bedrijven. Maar ondanks zijn aantrekkingskracht kampt het gebied met een groot probleem: de omgeving is ronduit stenig, met slechts 8 procent groen en minder dan één procent wateroppervlakte. Het klimaat is er vaak ongunstig: met snikhete zomers, en vele dagen met slechte luchtkwaliteit.
Met de enorme groeiambities voor de komende jaren – de vloeroppervlakte zal bijna verdubbelen – staat het RCD voor een uitdaging. Hoe kan het gebied uitbreiden zonder dat de leefbaarheid achteruitgaat? Het antwoord ligt in een transitie naar een klimaatadaptief stadsdistrict. Dit is geen gemakkelijke opgave en vraagt om radicale veranderingen in zowel de stedelijke planning als het denken over infrastructuur en gebouwen.
De Feiten: Een stenig gebied
Het huidige RCD bestaat voor het grootste deel uit verharde oppervlakken en ontbreekt het aan groen. Het gebied is een typische “stenen woestijn”, waar de temperatuur in de zomer vaak te hoog is, de luchtkwaliteit ondermaats en de ecologische waarde nihil. Toch is het stadsbestuur vastbesloten om de komende twintig jaar grote uitbreidingen door te voeren. Deze groei kan echter niet plaatsvinden zonder ingrijpende veranderingen in het klimaatbeheer van het district. Het is niet genoeg om alleen het openbare gebied te vergroenen, want daar is simpelweg te weinig ruimte voor. Gebouwen moeten ook bijdragen aan de klimaatadaptatie. Dit kan bijvoorbeeld door daken en gevels groener te maken, het gebruik van serres en patio’s te stimuleren, en andere innovatieve oplossingen te implementeren.
Het RCD is het gebied rondom het Centraal Station. Meer dan 90 procent bestaat uit verhard oppervlakte; bestrating of bebouwing.
Klimaatadaptatie als kans
Arconiko heeft, samen met verschillende andere partners uit het gebied, een klimaatteam opgericht dat zich richt op het klimaatbestendig maken van het RCD. De ambitie is groot: het district moet zo gezond worden als een bos. Dit vergt een gezamenlijke inzet van alle partijen en een grondige herbezinning van routines en vanzelfsprekendheden. Om de uitdagingen scherp te krijgen is in 2018 gestart met een omvangrijk ontwerpend onderzoek. Het klimaatteam heeft zich in het onderzoek geconcentreerd op een historische analyse van het gebied, de huidige staat van het klimaat, de doelstellingen voor de toekomst en de partijen die kunnen bijdragen aan de transitie naar een gezonde stad . De focus in het onderzoek ligt op het creëren van een klimaatadaptieve stad die zowel ecologisch gezond als leefbaar is voor haar bewoners.
De doelen voor een klimaatadaptief Rotterdam Central district: groener, gezonder en aantrekkelijker voor mens en natuur.
Het Stappenplan: Van lange termijn plannen naar korte termijn actie
Een klimaatadaptief Rotterdam Central District is geen utopie, maar een haalbaar doel, zo blijkt uit het onderzoek. Maar het is wel een langetermijnproject. Het onderzoek beschrijft de doelen die gehaald moeten worden om van een klimaatadaptief RCD te kunnen spreken, welke resultaten daarvoor behaald moeten worden en welke middelen daarvoor nodig zijn. Het eindresultaat wordt gedefinieerd als een structuur die richting geeft, maar het is geen concreet ontwerp. De tijdspanne voor deze transitie is met zo’n 25 jaar lang, en het aantal betrokkenen is groot, waardoor een vastgesteld plan niet zal werken. Het eindpunt kan eerder als een stip op de horizon worden gezien.
Om de transitie te realiseren is iedereen nodig; de gemeente kan het niet alleen. Het oppervlak aan openbare ruimte is hier simpelweg te klein voor. Naast de gemeente moeten ook eigenaren, gebruikers en organisaties, zoals het waterschap, meehelpen. In de schematische doorsnede van een schematische stedelijke ruimte is goed zien dat op veel plekken in het gebied gemeente, eigenaren en gebruikers moeten samenwerken om tot resultaten te komen.
Doorsnede met meerdere niveaus van klimaatadaptieve ingrepen. Bij oranje cijfers is de gemeente de verantwoordelijke, rode cijfers de eigenaren en gebruikers en de gele cijfers moet men samenwerken om tot resultaat te komen.
Om de plannen concreet te maken wordt in het eerste vijfjarenplan gefocust op concrete stappen. Het draait in deze periode vooral om snel te realiseren ingrepen die als inspiratie dienen voor de verdere voortgang van de transitie. Dit zijn de ‘eerste kralen aan de ketting’, De ingrepen zullen in deze fase nog niet op elkaar afgestemd zijn, maar ze geven wel aan dat er iets aan het veranderen is. Het primaire doel in deze eerste periode is bewustwording te creëren en te laten zien dat de transformatie daadwerkelijk is begonnen. De ketting is in deze fase misschien nog niet te herkennen, maar hij is al wel in de maak.
In de daaropvolgende jaren zullen de ingrepen groter en meer samenhangend worden. Het kan gaan om nieuwe gebouwen, maar ook om radicale aanpassingen aan de openbare ruimte, zoals de aanleg van een nieuwe gracht of het vergroenen van gevels en daken. Sommige voorstellen uit het onderzoek zijn misschien wel controversieel, zoals een voedseltoren bij Central Post of het laten vollopen van een tunnelbuis aan het Weena om zo een groene oase te creëren in het hart van de stad, ze laten de grote schare aan mogelijkheden zien die er voor het gebied mogelijk zijn.